Vanochtend bracht ik mijn reiskoffertje terug naar mijn ouders en vraagt mijn vader mij:
– “hoe was het in de woestijn?”
– “Ja prachtig pap.”
– “Je was er toch zes dagen? Maar wat doe je dan al die dagen?”
– “Gewoon. Zijn.”
– “Ik was ooit twee uur in een woestijn. Nou toen had ik het wel weer gezien. Prachtig hoor. Maar alleen maar zand.”
– “Ja paps, maar dit was een reis om van de doe-modus in de zijns-modus te komen.”
– “De doe-modus? Wat is dat?”
– “In de doe-modus wil je vanalles en moet je vanalles van jezelf en vind je overal wat van en heb je oordelen en vergelijk je jezelf de hele tijd met anderen.”
– “Aha. En die zijns modus?”
“Als je in de zijns-modus zit dan wil je niks meer doen.”
– “Nou dat lijkt me maar saai.”
– “Dan hoeft het niet meer een kant op. Dan maak je pas echt contact met de stroom van het leven. Dan kom je dichter bij jezelf en kun je weer beter voelen wat je wilt, wat bij je past en waar je blij van wordt.”
– “Dan denk ik dat ik nog nooit in zo’n zijns-modus ben geweest.”
– “Ja pap, dat zou best kunnen.”
Ik had me innig voorgenomen om met een open hart de woestijn in te gaan en me vooral te begeven in het Zijn en deze groep van acht vrouwen samen met Caroline te begeleiden vanuit die zijnsmodus. In de opleiding Meesterlijk Coachen leer je hoe je als coach dit Zijnsstuk inzet in het contact en dit is mijn ultieme kans om dat in praktijk te brengen. Ik heb me als opleider verbonden aan de Academie omdat ik weet en er volledig op vertrouw dat de ware antwoorden verborgen liggen in het zijnsstuk en niet in je hoofd met al haar gedachten, opvattingen en ideeën. Als het me in de woestijn niet lukt om uit de doe-modus te komen, waar dan wel? Maar je volledig begeven in het Zijn, en alle vertrouwde gesprekstechnieken en analysemodellen loslaten, slik, das best spannend.
Het loskomen uit die doe-modus en alle reactiepatronen die daarbij horen, blijkt nog niet zo makkelijk. We ontmoeten elkaar op het vliegveld. De ene deelnemer reageert lekker ad rem, de ander maakt een superdroge opmerking en een derde is stil en teruggetrokken.
Normaal gesproken heb ik mijn one-liners wel klaar om me te positioneren en de lachers op mijn hand te krijgen. Maar nee. Ik mag oefenen in Zijn. Niks willen zeggen. Niet grappig of gevat willen zijn. Bovendien wil ik dat de groep zich veilig voelt onder onze begeleiding. Caroline en ik hebben ons verbonden aan een aantal waarden voor deze reis die we samen belangrijk vinden: veiligheid (alle vertelde verhalen blijven in de woestijn), openheid (vooral naar jezelf) en waarachtigheid (eerlijk en oprecht naar jezelf en het leven).
Ik merk in de woestijn dat ik mijn grappen en grollen om indruk te maken achterwege laat en dat ik afdaal in een andere energie, die van liefdevolle aanwezigheid.Vanwege een gekneusde enkel kan ik niet lopen en zit ik de hele dag op een kameel, terwijl de rest van de groep lange stukken loopt. Langzaam maar zeker raak ik steeds meer uit de doe-modus. De kameel schommelt mij in de zijns-modus. Ik hoef nergens heen. Ik denk aan niks of niemand ik hoor de stilte en raak bevangen door de immense ruimte van de woestijn.
Overdag lopen we in stilte maar ’s avonds komen de verhalen los. Hoeveel kilometer hebben we gelopen? Heb je die vlindertjes ook gezien? Hoe laat is het nu? Ik ben vast wel wat kilo’s kwijtgeraakt. Heeft iemand sunblocker bij zich? Wie weet er nog een leuke mop?
Ik observeer mijzelf in mijn neigingen om iets te willen zeggen en het dan toch niet te doen. Ik merk dat langzaamaan de behoefte om te reageren minder wordt. Het wordt steeds stiller in mij.
Drie keer per dag komt het eten op tafel; wat in dit geval een grote rieten mat is op de grond, omgeven door matrassen en kussens en dekens. Meestal ben ik daar als eerste bij. Bang om tekort te komen. Bang om vergeten te worden. Nu observeer ik mezelf in dit gedragspatroon en geef ik er niet aan toe. Ik observeer het gedrag van anderen hierin, met liefdevolle aandacht.
Voor het eerst van mijn leven durf ik mijn ego voor lange tijd te ruste te leggen. Ik voel me bij vlagen onzeker, ongemakkelijk en klein. Ik vul de leegte die nu ontstaat niet met grappen en gevatte opmerkingen, niet met snoep of alcohol, niet met fysieke prestaties, niet met facebook (er staat geen zendmast in de woestijn). Ik laat het er zijn met de intentie om liefdevol aanwezig te zijn, zowel bij mezelf als bij de anderen.
Elke ochtend doen we een vorm van yoga of meditatie. Adem in, adem uit. Adem in en breng je aandacht voorbij de horizon, adem uit en ga met je aandacht terug naar je lichaam. Adem in door je hart en adem uit door je hart. Geef je ademhaling de intentie van onvoorwaardelijke liefde mee.
Na een aantal dagen gaan deze werkvormen steeds meer in je systeem zitten. Ik merk het bij mezelf. Ik zie het bij de vrouwen. De stilte van de woestijn stroomt steeds meer door ons heen. Het vult de leegte en ik ervaar een immense ruimte.
De derde dag in de woestijn is een rust- en een stiltedag. Caroline en ik geven ieder die dag 3 tot 4 SETtings van gemiddeld anderhalf uur die dag. Het kost me geen enkele moeite. Zowel de vrouwen als ikzelf zijn zo aangeland in deze Zijnsmodus, dat de antwoorden op essentiële bezinningsvragen als vanzelf komen. Het sterkt mij als coach en opleider en mijn vertrouwen in dit proces wordt alleen maar groter.
Al deze prachtige vrouwen hebben hun eigen proces doorgemaakt in de woestijn. We hebben gehuild, we hebben de slappe lach gehad met elkaar, we hebben gezongen en we zijn stil geweest en stil geworden. Ik heb me in de woestijn, via deze vrouwen en via de stilte, verbonden met het leven. En dat geeft ruimte. Heeeeeel veeeeeel ruimte.